“Heer, wanneer hebben we U hongerig gezien en U te eten
gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer hebben we U als
vreemdeling gezien en U opgenomen, of naakt en hebben we U gekleed? Wanneer
hebben we U ziek of in de gevangenis gezien en zijn we naar U toe gekomen?” De
koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie, alles wat je voor één van deze
minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.”
Matteüs 25, 37-40
Geen opmerkingen:
Een reactie posten