Geloof klinkt als een soort terugkerend refrein in de
verschillende verhalen uit de Schrift over Pasen, want telkens wordt verteld
over de leerlingen die tot geloof in de verrezen Heer komen. In de liturgie van
Pasen wordt dat proces dat de leerlingen doormaken op indringende wijze een
proces dat ook wij (kunnen) doormaken en wel wanneer wij in de Paaswake onze
doopbeloften vernieuwen.
In die vernieuwing van de doopbeloften drukken we ons
geloof op een andere manier uit dan wanneer we in de zondagse liturgie ons
geloof belijden. In elke zondagse eucharistieviering belijden we samen ‘ik
geloof’. Deze manier van belijden toont al een belangrijk aspect van ons
geloof. Het is een samenspel van ik en wij, van persoonlijk en van
gemeenschappelijk. En dat gemeenschappelijk is niet alleen een kwestie van hier
en nu: het gemeenschappelijk strekt zich uit over de hele Kerk van hier en
wereldwijd, van nu en alle tijden.
Maar bij de hernieuwing van de doopbeloften
tijdens de Paaswake wordt een ander aspect van ons geloof belicht. Een aspect
dat als het ware vóór dat samenspel van ik en wij ligt. Dat zit enigszins
besloten in het gegeven dat we ons geloof belijden met woorden van anderen en
met woorden die over de eeuwen heen tot ons gekomen zijn: geloof als een
antwoord.
Bron: Vastenbrief 2013 Nederlandse bisschoppen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten