donderdag 2 april 2015

Witte Donderdag, 38e dag van de veertigdagentijd



Geloof klinkt als een soort terugkerend refrein in de verschillende verhalen uit de Schrift over Pasen, want telkens wordt verteld over de leerlingen die tot geloof in de verrezen Heer komen. In de liturgie van Pasen wordt dat proces dat de leerlingen doormaken op indringende wijze een proces dat ook wij (kunnen) doormaken en wel wanneer wij in de Paaswake onze doopbeloften vernieuwen.

In die vernieuwing van de doopbeloften drukken we ons geloof op een andere manier uit dan wanneer we in de zondagse liturgie ons geloof belijden. In elke zondagse eucharistieviering belijden we samen ‘ik geloof’. Deze manier van belijden toont al een belangrijk aspect van ons geloof. Het is een samenspel van ik en wij, van persoonlijk en van gemeenschappelijk. En dat gemeenschappelijk is niet alleen een kwestie van hier en nu: het gemeenschappelijk strekt zich uit over de hele Kerk van hier en wereldwijd, van nu en alle tijden.

Maar bij de hernieuwing van de doopbeloften tijdens de Paaswake wordt een ander aspect van ons geloof belicht. Een aspect dat als het ware vóór dat samenspel van ik en wij ligt. Dat zit enigszins besloten in het gegeven dat we ons geloof belijden met woorden van anderen en met woorden die over de eeuwen heen tot ons gekomen zijn: geloof als een antwoord.


Bron: Vastenbrief 2013 Nederlandse bisschoppen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten